
‘Wat een woede, wat een pure boosaardigheid.’
‘Er tekent zich een lijn af, commissaris. Wat me opvalt is dat er twee soorten slachtoffers lijken te bestaan. De ene soort komt gewelddadiger aan z’n eind dan de andere.’
‘Je hebt gelijk De Zeeuw, je hebt verdomme gelijk!
Het ene slachtoffer lijkt zachtmoedig neergelegd, zonder de grote uiterlijke kenmerken van het misdrijf. Het ander schreeuwt om aandacht. Het lijkt een soort wedstrijd…’
‘Hoe moeten we dit duiden commissaris?’